BLOG

Blog over het gastvrij en veilig maken van de sport voor iedereen

DOWNLOAD BLOG

Hoe maak je jouw sportvereniging inclusiever voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen (LHBTI+)? In deze blog ga ik, Rosa Holtslag Roelvink, projectcoördinator inclusief sporten en gezondheid bij de GSF,  in op de uitkomsten én aanbevelingen uit recente onderzoeken. Om bij te dragen aan het nog gastvrijer en veiliger maken van de sport voor de gehele regenboog community. Opdat een LHBTI+-er of personen die (nog) worstelen met hun geaardheid zich niet alleen plezierig en verbonden voelen bij een individuele sport of speciale homosportclub, maar bij elke willekeurige reguliere sportvereniging [1].

De realiteit
Gelderse en Overijsselse sporters mijden bepaalde sporten of sportverenigingen vanwege hun seksuele voorkeur of genderidentiteit [2]. Landelijk voelen ruim 700.000 mensen zich nog altijd niet welkom in de sport, terwijl sportaanbieders zich hier vaak niet bewust van zijn (NOC*NSF). Mogelijk spelen buitensluiting en discriminatie een rol [3]. Voor LHB-jongeren* kan het onveiliger zijn of voelen om te sporten. Waar homoseksuelen een groter gebrek aan acceptatie ervaren, ondervinden transgender en non-binaire sporters juist problemen met betrekking tot douchen en gedrag van toeschouwers of tegenstanders [2].

Overall wordt er relatief weinig aandacht voor LHBTI+ in de sportomgeving waargenomen (2). 22 procent heeft specifiek beleid tegen uitsluiting op basis van seksuele voorkeur en/of genderidentiteit (lhbt+-personen). Voetbalclubs (58%) hebben vaker antidiscriminatiebeleid dan overige verenigingen (28%) (5). De overgrote meerderheid van de verenigings-bestuurders geeft aan dat het voor zowel mannen als vrouwen bij hun vereniging geen enkel probleem is om voor hun seksuele voorkeur uit te komen. Toch constateren zij vaker dan in het verleden dat grappen of negatieve opmerkingen over homoseksualiteit in hun sport en/of vereniging (regelmatig) voorkomen (5). Dit lijkt te komen doordat zij zich door de toegenomen beleids- en media-aandacht steeds bewuster zijn van dit onderwerp. Tegelijk vindt een deel van de verenigingsbestuurders deze groeiende aandacht overtrokken, wat juist tot meer weerstand tegen maatregelen kan leiden (5).

Drie kwart van de verenigingsbestuurders vindt aandacht voor inclusie en het tegengaan van discriminatie in de sport belangrijk. Het meeste draagvlak is er onder bestuurders voor:

  • algemene aandacht voor homoacceptatie vanuit de sport(media);
  • het bestraffen van homonegatieve uitingen;
  • meer aandacht voor homoacceptatie binnen trainersopleidingen.

Voor maatregelen die betrekking hebben op de eigen vereniging (zoals voorlichting over lhbt+-acceptatie) bestaat minder draagvlak (5). LHB-jongeren bewegen gemiddeld minder dan heteroseksuele jongeren. Zij zijn minder vaak lid van een sport- of dansclub, bewegen op minder dagen, sporten minder intensief of zijn minder buiten actief dan heteroseksuele jongeren [3].Uit onderzoek van de hockeybond blijkt dat jeugdleden in verhouding minder lesbische, homo- en biseksuele personen kennen dan in de privésfeer. Verder kwam naar voren dat bijna 40% van de jongens grappen of negatieve opmerkingen maakt over lesbische, homo- of biseksuele personen. Bij de meisjes ligt dit aantal vele malen lager, namelijk slechts 2%. Opvallend is dat 59% van de jongens een probleem heeft met het douchen met een homo- of biseksuele sporter. Bij de meisjes ligt dit aantal wederom een stuk lager: 24% heeft een probleem met het douchen met een lesbische of biseksuele sporter [4]. Tot slot blijkt uit de online enquête dat jeugdleden een belangrijke rol zien weggelegd voor hun trainer/coach in het bespreekbaar maken van seksuele voorkeur [4].

Van sportorganisaties wordt verwacht dat ze niet reactief afwachten tot een incident gemeld wordt, maar zelf een veilig klimaat creëren zodat LHBTI+’ers überhaupt komen sporten, zich niet onzichtbaar maken en misstanden durven te melden [2]. In ditzelfde onderzoek, uit de provincie Gelderland en Overijssel, blijkt dat er met name in kleine gemeenten en dorpen nog veel ruimte is voor verbetering door het nemen van relatief kleine stappen [2]. Het vergroten van de inclusie in de sport kan positief uitwerken op de sportparticipatie van LHB-jongeren en daarmee een gezondere leefstijl bevorderen [3].

Concrete aanbevelingen

  • Zorg voor veiligheid en bespreekbaarheid in de gehele sportvereniging.
    Met name in teamsporten is het zeer persoons- en teamafhankelijk of een LHBTIQA+’er ** zich geaccepteerd voelt. Een veilige omgeving zorgt ervoor dat iemand blijft sporten, een onveilige omgeving dat iemand de sport verlaat. Aankaarten gebeurt zelden: mensen weten niet bij wie ze moeten zijn.
    – Wees alert op signalen van onveiligheid;
    – instrueer/school trainers en begeleiders van teams over groepsgedrag, het bespreekbaar maken van seksuele voorkeuren een veilig sportklimaat [2,4].
  • Wees proactief als sportbestuur.
    Het is belangrijk voor bestuurders van sportverenigingen om een veilig sportklimaat voor iedereen te creëren, en niet te wachten tot er iemand met een klacht zich meldt: die worden niet gemeld of het is onbekend bij wie dat moet.
    – Besteed aandacht aan de LHBTIQA+ beweging op een positieve manier. Dit kan door middel van campagnes, posters, regenboogvlaggen of een themafeest [2.4].
    – Ga werken met rolmodellen en voorbeeldsporters uit de gemeenschap en een vertrouwenspersoon bij ongewenst gedrag [2].
    – Maak dit tevens kenbaar in de (social) media, zodat ervaringen worden gedeeld [4].
  • Zorg voor genderneutrale en eenpersoons kleedkamers, wc’s en douches.
    Er is grote behoefte aan eenpersoons (genderneutrale) voorzieningen, zeker in sportscholen en andere plekken waar men individueel sport. Deze kunnen vaak relatief eenvoudig gerealiseerd worden en kunnen een drempel wegnemen voor met name transgender/non-binaire personen om te gaan sporten [2].

En nu de praktijk!
Goed. Dat waren de cijfers en tal van aanbevelingen. Echter, nu begint het pas. Dus nog even jullie aandacht: wellicht ben je als lid, vrijwilliger, trainer of bestuurslid van een sportvereniging geïnspireerd geraakt door bovenstaande concrete tips. Weet dat jullie er niet alleen voor staan. Het onderwerp blijkt toch vaak nog beladen en ‘ver van mijn bed’. Laat ons jullie helpen. Via het stimuleringsbudget van het Gelderland Love To Move programma [6] kun je ondersteuning aanvragen om de aanbevelingen in de praktijk te brengen. Denk aan scholing, workshops, positief promotiemateriaal of procesbegeleiding bij de aanscherping van jullie beleid. Tegelijkertijd: het hoeft niet gelijk groots. Kleine stappen en acties kunnen al zeer veel impact hebben. Denk aan het hijsen van de regenboogvlag…. Doe daarnaast de inclusiecheck van NOC*NSF #welkomindesport en kom erachter waar jullie winstpunten zitten [7].

Op naar een gastvrije en (geaccepteerde) diverse sportomgeving voor iedereen. Want zeg nou zelf: lekker samen sporten is toch het mooiste wat er is!


Rosa Holtslag-Roelvink
Projectcoördinator inclusief 
sporten en gezondheid


Legenda

* LHB-jongeren: lesbische, homoseksuele en biseksuele jongeren
**
LHBTIQA+’er : afkorting van lesbisch, homoseksueel,biseksueel, transgender, intersekse, queer/questioning en aseksueel/aromantisch. De plus geeft aan dat de term inclusief is voor mensen die zichzelf anders noemen dan waar deze letters voor staan.

Bronnen

[1] Boek Homosportclubs in Nederland 1980-2020. Mulier Instituut. 10-2021.

[2] Vizier Oost. Welzijn LHBTIQA+ in Gelderland en Overijssel. 10-2021.

[3] Sociaal en Cultureel Planbureau. 12-2021. Wat maakt het verschil? Over het welzijn, de sociale relaties en de leefstijl van lesbische, homoseksuele en biseksuele jongeren.

[4] KNHB. 9-2021. LHB-acceptatie bij jeugdleden.

[5]: Mulier Instituut. 2021. Factsheet homoacceptatie op de sportvereniging.

[6]: Gelderland Love To Move. Aanvragen stimuleringsbudget 2021-2022.
Met het programma Gelderland Loves te Move willen provincie Gelderland, de gemeente Nijmegen, de John Blankenstein Foundation en de Gelderse Sport Federatie sportaanbieders en gemeenten in de regio helpen om een sportomgeving / sfeer te creëren waar iedereen zich welkom voelt en niemand wordt buitengesloten. Zo zetten we dit programma in aanloop naar de EuroGames in om het sportklimaat in Gelderland inclusief te maken. Iedereen kan meedoen in Gelderland. Ook in de sport.

[7]: NOC*NSF campagne ‘’Welkom in de Sport’’ 2021-2022.
Helaas voelt niet iedereen zich welkom in de sport. Alleen zijn sportaanbieders zich hier vaak niet van bewust. En dat is een gemiste kans want juist zij kunnen drempels wegnemen en ervoor zorgen dat iedereen binnen hun club, vereniging of organisatie met plezier kan sporten en bewegen. De campagne ‘Ik heb het in me, zie jij het ook’ daagt sportaanbieders uit het gesprek op gang te brengen over de waarde van een inclusieve en gastvrije sportomgeving.

Rosa Holtslag-Roelvink

Projectcoördinator